NIJMEGEN - De man die op 13 februari met een mes de Tweede Kamer binnendrong, wilde zich naar eigen zeggen laten doodschieten door de Koninklijke Marechaussee. Het Openbaar Ministerie eiste vandaag een deels voorwaardelijke celstraf en een werkstraf voor onder meer bedreiging met een terroristisch oogmerk misdrijf.
De toen 18-jarige verdachte reisde op 13 februari met de trein van Nijmegen naar Den Haag. Hij had uit zijn besteklade een mes meegenomen en gooide voordat hij de Tweede Kamer binnenliep nog zijn telefoon, met daarin zijn identiteitsbewijs en andere pasjes, in de vijver voor het gebouw.
Zoals iedere bezoeker werd de verdachte binnen opgevangen door de gastvrouw, waarop hij het mes uit zijn binnenzak haalde, daarmee richting de jonge vrouw wees en riep "Laat mij binnen, of ik steek je!"
Omdat de vrouw wegrende, sprong verdachte over de toegangspoortjes. Daarna liep hij door de hal richting de Commissiezalen. Omdat de beveiliging inmiddels alle automatische deuren liet sluiten, kwam de man vast te zitten in een gang bij de toiletten. Daar maakte hij nog agressieve bewegingen met het mes richting en tegen de glazen deuren waar de beveiligers achter stonden, voordat de Koninklijke Marechaussee hem wist aan te houden.
Suïcide
Verdachte heeft aanvankelijk geen verklaring willen afleggen. Uit zijn telefoon, die uit de vijver was gevist, bleek dat hij in meerdere activistische appgroepen zat en politiek geïnteresseerd was. Echter is nergens uit gebleken dat hij een ideologisch motief had voor zijn daad.
In zijn derde verhoor begon verdachte te vertellen. Het werd duidelijk dat hij een stoornis in het autismespectrum heeft en in zijn studietijd afgezonderd en depressief raakte. Naar eigen zeggen wilde hij dood. Door zich in de Tweede Kamer te laten doodschieten door de Koninklijke Marechaussee zou hij niet vergeten worden. Om dat te bereiken moest hij zichzelf tot een bedreiging maken, stelde verdachte. Het Openbaar Ministerie ziet geen aanwijzingen dat hij iemand heeft willen steken.
Bedreiging met terroristisch misdrijf
Verdachte heeft zich volgens het Openbaar Ministerie schuldig gemaakt aan drie feiten. Ten eerste bedreiging van de gastvrouw bij de ingang van de Tweede Kamer. Vervolgens heeft hij zich, door met een mes het Tweede Kamergebouw in te lopen en zich daar agressief te gedragen, schuldig gemaakt aan bedreiging met een terroristisch misdrijf. Hij wilde bewust grote angst aanjagen.
Ten slotte heeft hij zich schuldig gemaakt aan het uiteenjagen van een politieke vergadering: de Commissievergadering die op dat moment gaande was moest voor twintig minuten worden onderbroken om de deelnemers in veiligheid te brengen.
Cel- en taakstraf
Met zijn daad heeft verdachte de democratie in het hart geraakt, stelde de officier van justitie vandaag op zitting. De Kamerbewoners en bezoekers hebben het als zeer angstaanjagend ervaren. Het voorarrest van verdachte is in juli geschorst. De vijf maanden die verdachte in detentie heeft gezeten doen volgens de officier van justitie nog geen recht aan de ernst van de feiten die hij heeft gepleegd.
Tegelijk vindt ze het, gelet op zijn persoonlijke omstandigheden en verminderde toerekeningsvatbaarheid, niet wenselijk dat verdachte terug de gevangenis in gaat. Daarom eist het Openbaar Ministerie een deels voorwaardelijke gevangenisstraf, maar daarnaast wel een fikse werkstraf om recht te doen aan de feiten.
Het Openbaar Ministerie eist een gevangenisstraf van 2 jaar, waarvan 19 maanden voorwaardelijk, en een werkstraf van 240 uur. Over twee weken doet de rechtbank uitspraak.