DEN HAAG - Het Openbaar Ministerie heeft woensdag weer vijf verdachten voor de rechter gebracht voor betrokkenheid bij de rellen op het Malieveld op 20 september. De verdachten gooiden daar onder meer met stenen naar de politie. De rechter legde drie verdachten een taakstraf op.

Op zaterdag 20 september koos een groep van ruim duizend personen ervoor om rondom een demonstratie in gevecht te gaan met de politie. Er werd met stenen gegooid, brand gesticht en er werden vernielingen aangericht. Het meeste geweld was rechtstreeks tegen de politie gericht, maar toen na uren van ongeregeldheden een groep relschoppers de binnenstad in trok, werden ook daar vernielingen aangericht.

Den Haag had in jaren niet zulke heftige rellen gezien. De politie moest vier pelotons mobiele eenheid inzetten, twee waterwerpers, bereden politie en traangasgranaten. Alleen door die inzet van traangas kon worden voorkomen dat agenten hun vuurwapen zouden gebruiken. De veiligheid van de vreedzame betogers kon niet meer worden gegarandeerd, waardoor de demonstratie moest worden afgebroken.

Stenen naar agenten en paarden

Midden in de rellen wist de politie een aantal geweldsplegers al aan te houden. Veertien werden er vorige week al voor de rechter gebracht, die tien van hen veroordeelde. Zes zaten er nog vast, omdat in hun zaken nog extra onderzoek nodig was. Voor één van de verdachten leidde dat ertoe dat het Openbaar Ministerie hem afgelopen weekend in vrijheid stelde, omdat uit beelden bleek dat hij geen geweld had gepleegd.

En dus werden vandaag vijf verdachten voor de rechter gebracht. Ze zouden stenen hebben gegooid richting politiemensen, -paarden en -voertuigen. ">veroordeelde de rechtbank de verdachte tot een taakstraf van 60 uur, in twee gevallen met een voorwaardelijke celstraf van 2 weken en de voorwaarde dat 1500 euro wordt overgemaakt aan het Fonds Slachtoffers Geweldsmisdrijven.

Duizend uur beeld

Op de dag van de rellen is de politie meteen een opsporingsonderzoek gestart onder leiding van het Openbaar Ministerie. Dat heeft zich in eerste instantie gericht op het afronden van de dossiers van de verdachten die op heterdaad waren aangehouden. Dat heeft ertoe geleid dat het Openbaar Ministerie al zo snel verdachten voor de rechter kon brengen en dat het in de meeste gevallen ook tot een veroordeling is gekomen.

Gelijktijdig is begonnen met het onderzoek naar andere geweldsplegers en opruiers. Er is nu al meer dan duizend uur beeldmateriaal verzameld dat in de komende periode wordt uitgekeken door specialisten. Zij focussen op de vragen welk geweld is gepleegd, door wie en of ze die verdachten kunnen identificeren. Dat is een tijdrovend proces, maar op termijn verwacht het Openbaar Ministerie nieuwe aanhoudingen te zullen verrichten.