DEN HAAG/ROTTERDAM - In de vroege ochtend van 27 augustus 2019 bonsde een man op de voordeur van het 47-jarige slachtoffer aan de Haagse Uilebomen. Niet bang aangelegd deed de Hagenaar open. Daarop stak een hem onbekende man zestien keer met een mes op hem in. De Hagenaar overleed ter plekke. Vandaag stond een 20-jarige Rotterdammer voor de rechter op verdenking van deze doodslag. Hij bekent maar claimt noodweer.

De Rotterdammer had contact met een vriendin van het slachtoffer via een dating-app. Zij had de verdachte hun adresgegevens gestuurd en een afspraak met hem gemaakt. Maar toen hij eenmaal vóór op straat stond, weigerde het latere slachtoffer het toegangshek open te maken.

Daar nam de Rotterdammer geen genoegen mee. Hij wist alsnog voorbij het toegangshek te komen en bonsde daarna op de voordeur van de Hagenaar. Die opende zijn voordeur om de Rotterdammer weg te sturen. Met fatale gevolgen. De Rotterdammer stak hem met een mes en sloeg vervolgens op de vlucht. In het Zuiderpark gooide hij het mes en zijn telefoon in het water. Ook verbrandde hij de kleding die hij bij de steekpartij had gedragen. Twee dagen later hield de politie hem alsnog aan.


Zelfverdediging
Tijdens zijn verhoren stelde de Rotterdammer dat de Hagenaar naar hem had uitgehaald met een mes of ander scherp voorwerp. En dat hij de Hagenaar vervolgens uit zelfverdediging had gestoken. Met een mes dat hij naar eigen zeggen altijd bij zich heeft.

Maar de politie (die was gewaarschuwd door de vriendin en binnen enkele minuten ter plekke was) heeft op of bij het slachtoffer geen mes gevonden. De Hagenaar was slechts gekleed in boxershort en kamerjas en had een sleutelbos in zijn zak. Volgens de officier van justitie is er dan ook geen bewijs dat het noodweerscenario aannemelijk maakt.

Nog een mishandeling

Naast doodslag wordt de man ook verdacht van mishandeling, namelijk op 9 juni 2019 in Breda. Tijdens een evenement duwde hij verschillende mensen aan de kant. Toen hij daarop werd aangesproken, maakte hij drie keer met een mes een stekende beweging in de richting van een man en sloeg die ook in het gezicht. De man liep daarbij lichte verwondingen op. De Rotterdammer bekent de man te hebben geslagen maar ontkent het steken. Verschillende getuigen bevestigen echter de verklaring van het slachtoffer.

Het Pieter Baan Centrum heeft de Rotterdammer geobserveerd. De deskundigen hebben een milde psychische stoornis vastgesteld. Daarmee hield de officier van justitie in haar strafeis enigszins rekening mee. Zij eiste tegen de Rotterdammer elf jaar cel. De uitspraak is over twee weken.