De verdachte liep op 20 juni 2023 de supermarkt in. Hij vroeg een medewerker waar de vleesmessen lagen. Op camerabeelden is te zien dat hij een mes uit het schap pakt, de verpakking verwijdert en een rondje door de winkel loopt met het mes in zijn hand. Bij de broodafdeling heeft hij het 36-jarige slachtoffer meerdere malen met het mes in haar bovenlichaam gestoken. Daarna is hij de winkel uitgelopen. Hij is 3 minuten in de supermarkt geweest. Het slachtoffer is ter plaatse aan haar verwondingen overleden.
Voorbedachte raad
Het hof oordeelt net als de rechtbank dat de verdachte, ondanks de korte tijd dat hij bij de Albert Heijn binnen is geweest, met voorbedachte raad heeft gehandeld. Gebleken is dat de verdachte al enige tijd wrok koesterde jegens de Albert Heijn, vanwege een aanhouding voor winkeldiefstal waar hij later voor was vrijgesproken. Bij de rechtbank heeft de verdachte steeds verklaard dat hij bij binnenkomst in de Albert Heijn het besluit had genomen om wraak te nemen op de Albert Heijn door een medewerker te steken met een mes.
In hoger beroep heeft de verdachte verklaard dat hij niet uit wraak heeft gehandeld en om een mes vroeg om een appel te schillen. Het hof vindt dit niet aannemelijk en gaat uit van de verklaringen die de verdachte eerder heeft afgelegd.
Toerekeningsvatbaarheid
In hoger beroep is de verdachte nogmaals onderzocht door een psycholoog en een psychiater verbonden aan het Pieter Baan Centrum. Op basis van de beschikbare informatie over de verdachte oordeelt het hof dat het gedrag van de verdachte ten tijde van het geweld grotendeels kwam door wraakgevoelens en een psychose, waardoor hij paranoïde waangedachten had. Toch was de verdachte in enige mate in staat om een afweging te maken over zijn gedrag. Daarom acht het hof de verdachte niet volledig ontoerekeningsvatbaar. Wel rekent het hof het steekincident in sterk verminderde mate aan hem toe.
Ernst van het feit
De verdachte heeft het slachtoffer voor de ogen van haar collega’s en het winkelende publiek op koelbloedige en gruwelijke wijze doodgestoken, terwijl zij nietsvermoedend aan het werk was. Aan de nabestaanden heeft de verdachte onherstelbaar leed toegebracht.
Straf
Het hof vindt een gevangenisstraf van 10 jaar passend en legt ook tbs met dwangverpleging op. Dit is dezelfde straf als de rechtbank heeft opgelegd. Aan de echtgenoot en de moeder van het slachtoffer moet de verdachte een schadevergoeding betalen.