DEN HAAG - Het gerechtshof Den Haag heeft vandaag een 37-jarige man afkomstig uit Syrië veroordeeld voor deelneming als leider aan een criminele organisatie tussen 1 januari 2012 en 31 december 2017. Het gaat om de organisatie Liwa al-Quds, een pro-regime militie van Assad. Verder is de man veroordeeld voor betrokkenheid bij misdrijven tegen de menselijkheid (wederrechtelijke vrijheidsberoving en marteling) en foltering van een Syrische burger in de periode van 28 januari 2013 tot 1 maart 2013. Het Haagse hof heeft hem een gevangenisstraf van 13 jaar opgelegd.
Het hof vindt, anders dan de verdediging, bewezen dat de verdachte een leider was van Liwa al-Quds en daadwerkelijk heeft deelgenomen en bijgedragen aan de gewapende strijd in Syrië aan de kant van het regime. Deze organisatie heeft bijgedragen aan de onderdrukking van Syrische burgers door onder meer actief samen te werken met de Luchtmacht Inlichtingen Dienst (LID). Die dienst stond bekend als de wreedste onder de Syrische inlichtingendiensten. De verdachte heeft ook bijgedragen aan de gevangenneming van een man uit het Al-Nayrab kamp nabij Aleppo. Hij heeft het slachtoffer met anderen, waaronder een officier van de LID, ‘s nachts op gewelddadige wijze afgevoerd uit zijn woning waarna deze man in een gevangenis in Aleppo door de LID is gefolterd en gemarteld. Dit heeft voor hem ernstige lichamelijke en psychische gevolgen gehad.
Het hof vindt 14 jaar gevangenisstraf in beginsel gerechtvaardigd. Vanwege een aantal in het voordeel van de verdachte wegende omstandigheden, zoals de lange duur van de strafzaak, heeft het hof de gevangenisstraf teruggebracht naar 13 jaar. De straf is wel hoger dan de 12 jaar gevangenisstraf die de rechtbank had opgelegd, omdat een hogere straf past bij dit type ernstige internationale misdrijven. Aan het slachtoffer moet de verdachte een schadevergoeding van 40.000 euro betalen. Het openbaar ministerie had een straf van 15 jaar geëist. De verdediging had om vrijspraak gevraagd.
Zowel de verdachte als het openbaar ministerie hadden hoger beroep aangetekend. De man beschikte over een verblijfsvergunning in Nederland voor bepaalde tijd van 2020 tot 2025.