ZOETERMEER - De jeugdstrafkamer van de rechtbank Den Haag heeft vandaag uitspraak gedaan in twaalf zaken over steekincidenten en openlijk geweld in Zoetermeer op 5 juni en 6 juli 2021. De rechtbank veroordeelt verdachten tot achttien maanden jeugddetentie en legt daarbij ook werkstraffen op voor poging doodslag en openlijke geweldpleging.

Steekincident 5 juni 2021
Voor het feit van 5 juni 2021 werden tien verdachten vervolgd voor poging tot moord/doodslag en openlijke geweldpleging op twee slachtoffers. Er zou ruzie zijn geweest tussen jongeren uit verschillende wijken. Eén slachtoffer had meerdere steekwonden, het andere slachtoffer een steekwond. De rechtbank heeft de verdachten in alle zaken vrijgesproken van poging moord. In een Snapchatgroep was weliswaar gesproken over 'Palenstein Boys pakken' en 'neem messen mee', maar dat is niet genoeg om aan te nemen dat de jongens van te voren echt van plan waren om personen te doden. De slachtoffers hebben geen aangifte gedaan en hebben ook niets over de ernst van hun letsel willen zeggen, waardoor het letsel niet kon worden vastgesteld. Daarom zijn de verdachten in alle zaken ook vrijgesproken van poging doodslag en het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.

Vijf verdachten zijn daarnaast ook vrijgesproken van de openlijke geweldpleging, omdat niet kon worden bewezen dat ze een significante bijdrage aan het geweld hadden geleverd. De overige vijf verdachten zijn veroordeeld voor openlijke geweldpleging tot tien maanden jeugddetentie met daarbij werkstraffen tot 80 uur. Aan een meerderjarige verdachte, die volgens het jeugdstrafrecht is veroordeeld, is twaalf maanden jeugddetentie opgelegd.

Steekincident 6 juli 2021
In de zaak van 6 juli 2021 is een slachtoffer in zijn buik en rug gestoken. De rechtbank heeft twee verdachten veroordeeld voor poging doodslag tot 18 en 15 maanden jeugddetentie. Een van de twee verdachten had ruzie met het slachtoffer om een meisje en heeft samen met zijn broer het slachtoffer opgezocht. De rechtbank vond ook in deze zaken poging moord niet bewezen, omdat het slachtoffer eerst was geslagen en pas werd gestoken toen hij terugsloeg en probeerde te vluchten.

Grote zorgen over messenbezit onder jongeren
De rechtbank maakt zich grote zorgen over het messenbezit onder jongeren en de toename van steekpartijen onder jongeren op straat. Eens te meer blijkt dat jongeren steeds vaker op straat messen bij zich dragen en het gebruik van deze wapens niet schuwen op het moment dat er – in hun beleving – een ruzie met leeftijdsgenoten moet worden uitgevochten. Dit zorgt voor veel onrust in de betreffende wijken, maar ook in de maatschappij. Het voorhanden hebben van een mes vergroot het risico op daadwerkelijk gebruik daarvan en dit leidt tot steeds meer steekincidenten met vaak een zeer ernstige afloop. De rechtbank vindt dit een uiterst zorgelijke ontwikkeling en een groot maatschappelijk probleem. Mede in het licht van deze ontwikkelingen zal een strafoplegging voor iedere individuele verdachte, maar ook voor de samenleving, een signaalfunctie hebben.