ZOETERMEER - De rechtbank Den Haag heeft vandaag 4 jongens veroordeeld voor de poging tot doodslag op een 17-jarige jongen op 15 mei 2022. Tijdens een confrontatie in een speeltuintje in Zoetermeer hebben zij op klaarlichte dag het slachtoffer neergeschoten. Het slachtoffer heeft de aanval overleefd, maar is daarbij door 2 kogels geraakt; een keer in zijn bovenbeen en een keer in zijn linkerschouder. Hij heeft daarbij naast de schotwonden ook een klaplong, een gebroken rib en een gebroken dijbeen opgelopen.


Motief

De rechtbank gaat er van uit dat het motief voor de schietpartij gelegen is in een steekpartij medio 2021, eveneens in Zoetermeer. Het huidige slachtoffer is wegens betrokkenheid daarbij in november 2022 veroordeeld. Een van de slachtoffers van die steekpartij is vandaag door de rechtbank als dader veroordeeld.

Opzet

De rechtbank heeft geoordeeld dat er onvoldoende is gebleken dat de 4 jongens een vooropgezet plan hadden om het slachtoffer neer te schieten. Zij worden dan ook vrijgesproken van poging tot moord. De rechtbank acht wel bewezen dat de daders opzet hebben gehad op de dood, al dan niet in voorwaardelijke zin. Er was hier sprake van voldoende nauwe samenwerking tussen de daders om hen allemaal verantwoordelijk te achten. Het maakt daarbij niet uit dat onduidelijk is gebleven wie van de jongens heeft geschoten.


Jeugddetentie

De daders zijn allen veroordeeld tot jeugddetentie, drie van hen voor de duur van 1 jaar. De vierde heeft daar nog 2 maanden jeugddetentie bij gekregen voor drie andere delicten. De rechtbank heeft een deel van de straffen voorwaardelijk opgelegd mét jeugdreclasseringstoezicht. Het is noodzakelijk dat de daders voor een langere periode op verschillende gebieden worden (bij)gestuurd en ondersteund. Tenslotte hebben zij allen ook nog forse taakstraffen gekregen.


Toenemend wapenbezit onder jongeren

Deze zaak is een schokkend en triest voorbeeld van het alsmaar toenemende wapenbezit onder jongeren en de steek- en schietincidenten als gevolg hiervan. De daders hebben niets willen vertellen over wat er is gebeurd. Zij hebben op geen enkele manier berouw of inzicht getoond in de gruwelijkheid van hun daad. De rechtbank maakt zich daarover ernstige zorgen omdat totaal onzeker is of zij van de aan hen opgelegde straffen kunnen leren en of herhaling kan worden voorkomen.