DEN HAAG - Met zijn armen triomfantelijk in de lucht stond hij op de motorkap van een uitgebrande politieauto, vandaag zat hij in het verdachtenbankje. Een 44-jarige man uit Schiedam moest zich bij de rechter verantwoorden voor zijn gedrag tijdens de rellen op en rond het Malieveld op 20 september. Volgens het OM had hij een aanjagende rol.
De man viel in het onderzoek naar de beelden van de rellen voor het eerst op bij de uitgebrande politieauto langs de Koekamplaan. Daar klom hij op de motorkap en stak triomfantelijk zijn armen in de lucht. Nadat hij weer van de auto was gestapt stond hij erbij toen anderen het na rokende voertuig ondersteboven kieperden. Vervolgens liep hij met een groep mee de binnenstad in.
Bij het partijkantoor van D66 in de Lange Houtstraat was verdachte een van de eersten die een schoppende beweging naar de voordeur maakte. Hierna begonnen anderen met stenen en voorwerpen te gooien. Op het Plein pakte hij het bouwhek van het Binnenhof vast en begon eraan te trekken. Hij wenkte anderen en in een oogwenk stonden tientallen mannen aan het hek die het omver duwden en daarna het bouwterrein op liepen.
Op de Grote Marktstraat gooide de verdachte nog iets, vermoedelijk een blik bier, naar een voorbijganger op een fiets.
Ophitsen
Veel verdachten zijn in de afgelopen weken al veroordeeld voor het plegen van openlijk geweld tijdens de rellen van 20 september. Dat betekent dat ze als groep geweld hebben gepleegd. Maar de officieren van justitie benadrukten daarbij steeds dat de eigen acties van verdachten anderen weer ophitsten om óók te gaan rellen. Zo hield het geweld zichzelf in stand.
Dat gold des te meer voor de verdachte die vandaag terecht stond, die anderen wenkte om mee te doen. De officier van justitie eiste tegen de verdachte een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk. De rechter veroordeelde hem tot 180 uur taakstraf en zes maanden voorwaardelijke gevangenisstraf. Daarnaast moet verdachte van de rechter schadevergoeding betalen aan D66 en het Rijksvastgoedbedrijf voor toegebrachte schade aan het partijkantoor en het Binnenhof.
Grootschalige rellen
Op zaterdag 20 september koos een groep van ruim duizend personen ervoor om rondom een demonstratie in gevecht te gaan met de politie. Er werd met stenen gegooid, brand gesticht en er werden vernielingen aangericht. Het meeste geweld was rechtstreeks tegen de politie gericht, maar toen na uren van ongeregeldheden een groep relschoppers de binnenstad in trok, werden ook daar vernielingen aangericht.
Den Haag had in jaren niet zulke heftige rellen gezien. De politie moest vier pelotons mobiele eenheid inzetten, twee waterwerpers, bereden politie en traangasgranaten. Alleen door die inzet van traangas kon worden voorkomen dat agenten hun vuurwapen zouden gebruiken. De veiligheid van de vreedzame betogers kon niet meer worden gegarandeerd, waardoor de demonstratie moest worden afgebroken.
Onderzoek gaat door
Er zijn nu achttien verdachten veroordeeld voor hun bijdrage aan de rellen. Een enkele keer werd een taakstraf opgelegd, in de meeste gevallen weken- of maandenlange gevangenisstraffen (vaak in combinatie met een taakstraf). De meeste verdachten moeten ook, zoals gevorderd door het OM, een bedrag overmaken aan het Schadefonds Geweldsmisdrijven ter compensatie van de aangerichte schade.
Het onderzoek is nog in volle gang en gaat door. De politie is druk bezig met het in kaart brengen van het gepleegde geweld en het identificeren van geweldplegers. Hiervoor worden onder meer de opsporingsprogramma's Opsporing Verzocht en Team West ingezet - een aantal verdachten die in de afgelopen maanden zijn getoond zijn nog niet geïdentificeerd. Het Openbaar Ministerie verwacht dat in de toekomst nog meer verdachten worden geïdentificeerd (indien nodig met behulp van de opsporingsprogramma's), aangehouden en vervolgd.

6.0 ℃



























