'S-GRAVENZANDE - Met flinke kracht kreeg een 41-jarige man op 22 februari van dit jaar een mes in zijn voorhoofd geslagen. Meerdere getuigen, onder wie jongeren, zagen het overdag gebeuren in 's-Gravenzande. Dagenlang hebben artsen gevochten voor het leven van de man, die in coma in het ziekenhuis lag. Maar het mocht niet meer baten.

Het slachtoffer kwam die zaterdagmiddag de spullen van zijn zus ophalen bij haar ex. Die zocht op enig moment de confrontatie en wilde weten waarom het slachtoffer slecht over hem sprak en hem zwart maakte. Hoewel de verdachte stelt dat hij zichzelf heeft moeten verdedigen, blijkt uit getuigenverklaringen dat de agressie juist bij hem begon.

Duidelijk is dat het slachtoffer een mes had, maar ook dat de verdachte op enig moment naar binnen is gegaan om een mes te pakken. Hij heeft daarmee zelf weer de confrontatie gezocht. Dat maakt volgens het Openbaar Ministerie al dat een beroep op noodweer geen stand kan houden.

Midden op straat

De verdachte, een 33-jarige man uit 's-Gravenzande, verklaart op meerdere punten ook anders dan wat getuigen hebben gezien. Hij zegt dat hij het slachtoffer min of meer per ongeluk heeft gestoken; hij zou hem hebben willen afweren en was daarbij vergeten dat hij het mes vast had. Maar getuigen hebben de zwaaiende beweging die verdachte daarbij suggereert, niet gezien. Een getuige heeft zelfs een bovenhandse stekende beweging gezien. De patholoog-anatoom legde op zitting uit dat het bot van het hoofd het sterkste bot van het lichaam is, en dat er flinke kracht nodig is om een voorhoofd met een mes te doorklieven.

Dat het verdachte's bedoeling van te voren niet was om het slachtoffer te doden, en hij direct enorm geschrokken is van zijn daad, heeft de officier van justitie meegenomen in de strafmaat. Maar dat alles midden op straat is gebeurd, waardoor omstanders zijn geconfronteerd met de afschuwelijke aanblik van het slachtoffer op de stoep, neemt de officier van justitie hem dan weer extra kwalijk.

Het Openbaar Ministerie heeft een celstraf van 9 jaar geëist. Over twee weken doet de rechtbank uitspraak.