DEN HAAG - Vandaag vraagt het OM Den Haag de rechtbank om niet-ontvankelijk te worden verklaard in zo’n vijftig zaken. Als de rechter daarin meegaat, betekent dit dat de zaken worden stopgezet. De reden is dat het OM ruimte wil maken voor zaken die het nóg belangrijker vindt.


Het gaat in alle gevallen om zaken van minimaal vier jaar oud die telkens doorgeschoven werden omdat andere, urgentere zaken naar zitting moesten. Als gevolg daarvan is de ‘redelijke termijn’ om deze zaken op zitting te brengen, verstreken. Daarnaast betreft het verdachten die sindsdien niet meer in de fout zijn gegaan.

Inhoudelijk zijn het veel ontnemingszaken. Daarin wilde het OM crimineel geld afpakken. Maar bij nader inzien lijkt bij verdachte weinig tot niets te halen. In een aantal gevallen is het afpakken al op een andere manier geregeld. Bijvoorbeeld doordat de rechter in de bijbehorende strafzaak (die altijd naast een ontnemingszaak loopt) al heeft gevonnist dat het geld van verdachte naar de slachtoffers moet.

Daarnaast zijn er zeer oude strafzaken rond het dealen in drugs of het kweken van hennep, beide van relatief beperkte omvang. Ook staat er een enkel gewelddadig incident in het drugsmilieu op de rol. Daarbij kwam het geweld van twee kanten en is iemand met een vuurwapen op het hoofd geslagen. Geen van de betrokkenen wilde aangifte doen.

Jaarlijks brengt het OM Den Haag zo’n 20.000 misdrijfzaken naar zitting. Het is ongebruikelijk dat het OM daarbij om de eigen niet-ontvankelijkheid vraagt. Het OM vindt het ook lastig om in deze vijftig zaken deze keuze te maken. Er zijn verwachtingen in de samenleving en bijvoorbeeld ook bij de politie die de zaken heeft onderzocht. Tegelijkertijd wil het OM verstandig omgaan met de eigen tijd en die van de rechter. De capaciteit van het OM en die van de rechtbank is per definitie begrensd.

Of de zaken daadwerkelijk worden beëindigd, is aan de rechters. Die hebben het laatste woord.