DEN HAAG - De rechtbank Den Haag heeft een 68-jarige man tbs met dwangverpleging opgelegd nadat hij zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging met zwaar lichamelijk letsel. Dit gebeurde op 5 november 2024 in Den Haag. De verdachte kreeg ruzie met het slachtoffer om een telefoon en informatie die daar op zou staan. Volgens deskundigen werd de verdachte volledige gestuurd door wanen en was hij niet vrij om zijn wil te bepalen.
Het incident
De ruzie ontstond om informatie om de telefoon die de verdachte in de winkel van het slachtoffer had afgegeven. Het slachtoffer was de telefoon kwijtgeraakt en kon deze dus niet aan de verdachte teruggeven. Het slachtoffer probeerde de verdachte tegemoet te komen door hem een nieuwe telefoon aan te bieden, maar daar wilde de verdachte niks van weten. De verdachte had intussen de stellige overtuiging dat het slachtoffer in opdracht van de Nederlandse overheid informatie over de genocide op de Koerden, die hij verzameld had op zijn telefoon, had vernietigd. Dit zou zijn gebeurd om te voorkomen dat de verdachte die informatie wereldkundig zou maken en daarmee de beweerde medeplichtigheid van die overheid en leden van het Koninklijk Huis aan die genocide zou openbaren.
Op 12 juni 2024 kwam de verdachte naar de winkel van het slachtoffer om verhaal te halen, waarna een discussie tussen de twee ontstond. De verdachte pakte op een gegeven moment zijn wandelstok, greep het slachtoffer bij de keel, pakte een hamer uit zijn tas en gaf het slachtoffer een kopstoot. De politie kwam ter plaatse en de hamer is in beslag genomen. Het slachtoffer koos ervoor geen aangifte te doen omdat hij de verdachte wilde helpen. Enkele maanden later, op 5 november 2024, kwam de verdachte terug in de winkel met twee jerrycans met benzine die hij leeggoot. Het slachtoffer liep naar de verdachte toe en probeerde de situatie te sussen waardoor er ook benzine op hemzelf terecht kwam. Er ontstond een handgemeen. Uiteindelijk kon het slachtoffer de verdachte de winkel uitwerken.
Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt dat de door de verdachte verrichte handelingen op 5 november 2024 onvoldoende zijn om van een strafbare poging te spreken. Daarvoor is namelijk een begin van uitvoering nodig, en daarvoor is onvoldoende bewijs. Zo heeft de verdachte niet geprobeerd om de aansteker die hij in zijn jaszak had zitten te ontsteken. Wel is de verdachte schuldig aan bedreiging met zwaar lichamelijk letsel op 5 november 2024. Deze vervelende situatie met een onberekenbare verdachte is voor het slachtoffer zeer angstig geweest.
Een psychiater en een psycholoog hebben onderzoek naar de verdachte gedaan en concluderen dat de verdachte lijdt aan een waanstoornis. Dit beïnvloedde zijn handelen volledig. Volgens hen heeft de verdachte geen ziektebesef en is de kans nihil dat hij vrijwillig hulp zal zoeken. Hij ontkent het bestaan van de stoornis volledig. Zij adviseren tbs met dwangverpleging op te leggen. De rechtbank neemt de conclusies van de deskundigen over. De rechtbank schat de kans op herhaling in als hoog en vindt behandeling in een klinische setting met een hoog beveiligingsniveau noodzakelijk. Tbs met dwangverpleging is een ingrijpende maatregel, maar de rechtbank ziet zich genoodzaakt deze op te leggen mede uit het oogpunt van bescherming van de maatschappij.

15.5 ℃























